Voorwoord

Auteurs

  • Henk Engel TU Delft, Architecture and the Built Environment
  • Esther Gramsbergen TU Delft, Architecture and the Built Environment
  • Henk Hoeks TU Delft, Architecture and the Built Environment

##submission.downloads##

DOI:

https://doi.org/10.7480/overholland.2015.16/17.1705

Samenvatting

In deze aflevering van OverHolland wordt veel aandacht besteed aan Noord-Holland benoorden het IJ en spoorlijnen. De samenhang tussen ruimtelijke ordening, onderzoek en ontwerp staat centraal. Reinout Rutte analyseert de ontwikkeling van de Zaanstreek van de vijftiende tot de eenen-twintigste eeuw. Hij belicht de unieke morfologische kenmerken van de eerste industriestad van Nederland. Zonder plannen en regels is hier een ‘bandstad’ ontstaan, het tegendeel van het traditionele urbanisatiepatroon dat kenmerkend is voor steden als Amsterdam, Haarlem en Alkmaar. De tekst van Reinout Rutte werd eerder gepubliceerd in Geschiedenis van de Zaanstreek. Hier is het artikel, voorzien van nieuw beeldmateriaal, geplaatst in de context van het onderzoek dat de afgelopen jaren in samenwerking met de Provincie Noord-Holland is verricht aan de Faculteit Bouwkunde van de TU Delft. In OverHolland 12/13 werd er al een deel van gepubliceerd. Henk Engel bracht daarin het spreidingspatroon van de steden en de infrastructuur in Hollands Noorderkwartier rond 1700 in kaart. In deze OverHolland vestigt hij de aandacht op het ruimtelijk beleid dat de Provincie Noord-Holland van plan is de komende decennia uit te voeren. Het bevorderen van het openbaar vervoer per trein is het hoofddoel, ‘Transit Oriented Development’ (TOD) de leidraad.
Ter voorbereiding van haar beleidsvoornemens heeft de Provincie Noord-Holland veel onderzoek laten doen. In samenwerking met de Vereniging Deltametropool werden de uitkomsten daarvan in oktober 2013 gepresenteerd onder de titel Maak Plaats! Werken aan knooppuntont­wikkeling in Noord­Holland. Een van de studies die in Maak plaats! is verwerkt, werd uitgevoerd door de onderzoeksgroep Mapping the territory and the cities of the Randstad aan de Faculteit Bouwkunde van de TU Delft. Aanknopend bij de methodiek van de ‘Groeikaart van de Randstad (1850-2000)’ werden 22 stationslocaties in het gebied van Noord-Holland boven het Noordzeekanaal in kaart gebracht en geanalyseerd. In ‘Tekenen en rekenen aan de Zaancorridor’ zet Henk Engel het algemene kader en de methode van deze studie uiteen. Hij laat zien dat de ‘Groeikaart van de Randstad
(1850-2000)’ niet alleen inzicht geeft in de morfologische samenstelling van de verschillende steden, maar dat de cartografische vastlegging van de stadsuitbreidingen sinds 1850 ook nieuwe feiten oplevert waarmee gerekend kan worden.
In ‘De doorsnede’ doen Michiel Riedijk en Filip Geerts verslag van de bijdrage die vanuit de Faculteit Bouwkunde is geleverd aan het vervolg dat Maak Plaats! kreeg. Op initiatief van BNA Onderzoek, Deltas, Infrastructures & Mobility Initiative (TU Delft) en de Provincie Noord-Holland werd een project ontwerpend onderzoek opgezet voor de spoorlijn Amsterdam-Heerhugowaard. De resultaten zijn gepubliceerd onder de titel Onder­weg! Vijftien ontwerpen voor Transit Oriented Development aan de Zaancorridor. Hieruit komt duidelijk naar voren dat ontwerpend onderzoek in dit verband vooral tot doel heeft een platform te creëren voor de partijen die bij de implementatie van het ruimtelijk beleid van de Provincie een rol zullen spelen. Ontwerpend onderzoek brengt een groepsproces op gang. ‘Het gaat om de energie en de personen die elkaar rond dit thema ontmoeten’, zoals een van de deelnemers zegt. Tijdens workshops dient het ontwerp als conversation piece — ‘het plaatje bij het verhaal’ — en voorlopig is ‘verleiding’ het belangrijkste wapen bij het verkrijgen van commitment. Hier toont zich de lichtheid van de architectuur in het huidige bestel, ondraaglijk licht zelfs. Michiel Riedijk en Filip Geerts leggen zich daar niet bij neer. Voor hun werk met studenten kozen ze een strikt architectonisch gezichtspunt.
Met ‘Euralille – twintig jaar later’ verl aten we Noord-Holland, of misschien toch niet? Euralille kan worden beschouwd als het grote voorbeeld voor het soort planningsprocessen dat inmiddels gangbare praktijk is geworden. Manuela Triggianese zet de gang van zaken rond de totstandkoming van Euralille op een rij en vraagt zich af welk belang in zo’n proces moet worden toegekend aan de architectonische planvorming. De rol van Rem Koolhaas is vaak weggezet als die van de grote verleider. Het zijn met name de droom van Deliri­ous New York in een of andere provinciestad en de suggestieve beelden waarmee je nog alle kanten op kunt, die worden bekritiseerd, maar die ook school hebben gemaakt. In beide gevallen wordt een belangrijk aspect van het werk van Rem Koolhaas en OMA over het hoofd gezien. In de rook die de magiër verspreidt, doet het mes van de chirurg zijn werk volgens een strenge methode.
In ‘Stad en haven op Walcheren en Zuid-Beveland tussen 1500 en 2000’ zoomt Leo van den Burg in op het lot van de steden in de zuid-westelijke delta. Voortbordurend op Reinout Ruttes ‘Vierhonderd jaar stadswording in het mondingsgebied van de Schelde’ in OverHolland 12/13, laat hij zien dat steden en bedrijven in het verleden voortdurend pogingen hebben onder nomen om hun positie in het netwerk van verbindingen te behouden of te verbeteren. Het projecteren van spoorwegen opende in de negentiende eeuw een nieuwe horizon voor het ruimtelijk strategisch denken op een tot dan ongekende schaal. Het plan voor een spoorlijn van Middelburg naar Duitsland van de Zeeuw Dirk Dronkers getuigt daarvan. De ingebruikname van de spoorlijn Vlissingen-Bergen op Zoom in 1872 pakte anders uit, zoals wel vaker het geval is met grootse visioenen. Voor 

Leo van den Burg is het plan van Dronkers echter ook het signaal dat ruimtelijke strategieën vanwege de grote schaal waarop ze zich gaan afspe-len, alleen nog kans van slagen hebben als het appel van lokale actoren in goede aarde valt bij een nationale overheid. Voor haven en stad roept dit de vraag op, of hun lotsverbondenheid die er van oudsher is geweest, door het primaat van de nationale staat inzake ruimtelijke ordening wezenlijk is veranderd. In de rubriek Polemen ten slotte, recenseert Jaap Evert Abrahamse de fabelachtige studie van Clé Lesger, Het winkellandschap van Amsterdam. Stedelijke structuur en winkelbedrijf in de vroeg­moderne en moderne tijd, 1550­-2000. Iskandar Pané plaatst enkele kritische opmerkingen bij de uitgave van Dijken van Nederland, geschreven en getekend door LOLA Landscape Architects.

Citeerhulp

Engel, H., Gramsbergen, E., & Hoeks, H. (2017). Voorwoord. OverHolland, 10(16/17), 1–3. https://doi.org/10.7480/overholland.2015.16/17.1705

Gepubliceerd

2017-03-17

Nummer

Sectie

Voorwoord