Vijf steden, tien kaarten

Auteurs

  • Iskandar Pane TU Delft, Faculty of Architecture and the Built Environment
  • Otto Diesfeldt TU Delft, Faculty of Architecture and the Built Environment

##submission.downloads##

DOI:

https://doi.org/10.7480/overholland.2008.7.1623

Samenvatting

Het onderzoek waarop het 5x5project is gebaseerd, bestaat deels uit een intensief kaartonderzoek. Het eerste deel van dit kaartonderzoek, gepresenteerd in OverHolland 5, toont op de schaal van de Randstad een kaart met de uitbreiding van het bebouwd stedelijk gebied en een kaart met de ontwikkeling van de railinfrastructuur ten opzichte van het trekvaartennetwerk uit de achttiende eeuw. Op de schaal van de stadsregio toont het onderzoek in een matrix van kaarten de ‘veranderende’ ligging van de stationsgebieden ten opzichte van de uitbreiding van het bebouwd stedelijk gebied. Daarnaast geven drie kaartuitsnedes van de vijf stationsgebieden de morfologische toestand weer rond respectievelijk 1830, 1910 en 2000.

 In dit tweede deel van het kaartonderzoek zijn per stad twee kaartbeelden nader uitgewerkt. Het eerste kaartbeeld toont het moment dat het spoor voor het eerst in gebruik wordt genomen. Naast het spoor zijn ook de hoofdverbindingsroutes tussen de steden over de weg weergegeven. Het verstedelijkt gebied op deze kaarten is getekend op basis van de kadastrale minuutplannen van rond 1830. De kadastrale minuutplannen documenteren de staat van verstedelijking vlak voor de grote stadsuitbreidingen en radicale veranderingen in de historische centra. Het stadsbeeld weergegeven op de minuutplannen komt in grote lijnen overeen met de situatie op het moment van de aanleg van het spoorwegnetwerk. Het kenmerkende element van het Hollandse veenlandschap is de waterstructuur. De rivieren en kavelsloten zijn getekend op basis van de Topographische en Militaire kaart van het Koningrijk der Nederlanden, die tussen 1850 en 1864 is vervaardigd op een schaal 1:50.000.

Het tweede kaartbeeld toont de situatie rond 2000. Door middel van een kleurcodering in de afzonderlijke bebouwing is de uitbreiding van het bebouwd stedelijk gebied uitgesplitst voor de periodes 1850, 1910, 1940, 1970 en 2000. Hiermee geeft de kleur niet direct de periode aan waarin de desbetreffende bebouwing daadwerkelijk is gebouwd. Transformaties van stadsdelen na de uitbreidingsperiode waarin deze hebben plaatsgevonden, hebben de kleur van de uitbreidingsperiode. Zo is bijvoorbeeld de transformatie van het noordoostelijk deel van de binnenstad van Gouda tot 2000 weergegeven in zwart, de codering van het bebouwde stedelijke gebied tot 1850. Vaak echter strookt de periodisering van de uitbreiding van het bebouwde stedelijke gebied wel met de periode waarin de bebouwing daadwerkelijk tot stand is gekomen. De bebouwing, de rijks en provinciale wegen, de spoorwegen en de waterstructuur van de situatie rond 2000 zijn bewerkingen van de bestanden van de digitale Top 10 vectorkaart. 

 Met deze kaartenreeks van tien kaarten voor vijf steden wordt per stad in twee kaarten enerzijds het begin en anderzijds de ‘tussenstand’ van de verstedelijking rond 2000 weergegeven. Door voor de kaarten gebruik te maken van een eenduidige codering, tekenstijl en schaal worden de kaarten onderling vergelijkbaar en zijn specifieke kenmerken afleesbaar. Zo maakt de periodisering van de stadsuitbreidingen duidelijk in welke mate de spoorzones in de verschillende steden als barrière hebben gewerkt voor de uitbreiding van het stedelijk gebied ‘aan de andere kant’ van het spoor, en laten de kaarten zien hoe de positie van de stationsgebieden hierdoor is verschoven: van de rand van de stad naar het centrum.

Citeerhulp

Pane, I., & Diesfeldt, O. (2008). Vijf steden, tien kaarten. OverHolland, 4(7), 9–19. https://doi.org/10.7480/overholland.2008.7.1623

Gepubliceerd

2008-06-01

Nummer

Sectie

Artikelen